Bron ''Liedjes uit de Dierentuin'' (1997)
Mijn hart klopt tien keer sneller sinds vanmorgen
Ik voel me raar vandaag,
als ik wandel gaan mijn voeten traag.
Ik heb kriebels en bellen en bubbels in mijn maag
Mijn handen voelen klam en mijn schoenen zijn als lood
en mijn knieen knikken, mijn oren worden rood
en dat omdat je naar me keek
werd ik warm en koud, week en bleek
Ik ben verliefd, maar niemand mag het horen
ik ben verliefd
Ik ben verliefd tot ver over mijn oren
maar ze ziet me vast niet staan
We lezen samen boeken, maken tripjes op een boot
we gaan naar elk museum en ik smeer voor jou je brood
zittend op een eiland met zijn twee
op een eiland in de Noordzee
Je donkerblauwe ogen staan zo mooi in je gezicht
je wapperende haren geven ’s nachts een beetje licht
Ik smelt, als jij zo naar me kijkt
ik hoop zo dat je ’t begrijpt
Ik ben verliefd, maar niemand mag het horen
ik ben verliefd
Ik ben verliefd tot ver over mijn oren
maar ze ziet me vast niet staan
Alleen de dieren weten, dat ik zo van je hou
ik kan het niemand zeggen, hoewel ik het graag wou
Je houdt wel, je houdt niet, je houdt wel van mij
waarom ben ik niet bij jou en jij niet bij mij
Ik ben verliefd, maar niemand mag het horen
ik ben verliefd
Ik ben verliefd tot ver over mijn oren
maar ze ziet me vast niet staan
Maar ik jou zie, denk ik steeds maar weer
Ik ben verliefd, maar niemand mag het horen
ik ben verliefd
Ik ben verliefd tot ver over mijn oren
maar ze ziet me vast niet staan
Ik ben verliefd
Reactie plaatsen
Reacties